170 hectare eigen producten
Effectief werken met unieke specialistische machines
Meer dan 55 jaar ervaring
Milieubewust ondernemen

Griendcultuur in Nederland

Wilt u meer weten over de griendcultuur in Nederland? Klik dan hier om een interessant document te bekijken, afkomstig uit 1907.

De griendwerker, toen en nu

De griendwerker was in vorige eeuwen het toonbeeld van armoede: veel werk voor weinig geld. De zwoegers waren ’s winters 6 dagen van huis en liepen of roeiden uren naar de grienden. En weer terug. Slapen deden ze in een zelfgebouwde tochtige en vochtige hut.

De kern van het werken in de grienden is door de jaren heen hetzelfde gebleven. Nog steeds gaat het over  kappen van hout en sjouwen door de modder. Toch zijn de omstandigheden wel veranderd: tegenwoordig gaan griendwerkers elke dag naar huis en zijn er op het werk goede voorzieningen. Ook gebruiken ze moderne arbeidsmiddelen om het werken te verlichten.

Kappen en bossen

Kappen gebeurt nog steeds ambachtelijk, vooral in gebieden die niet met machines zijn te bereiken. Het is een vak apart en er staat minstens 3 jaar voor om de kneepjes te kennen. Meestal wordt het van vader op zoon overgedragen en geleerd. Zo ook bij de familie Van Aalsburg. Het belangrijkste gereedschap van de griendwerker is zijn vlijmscherpe hakmes. In de loop der jaren zijn veel streekgebonden modellen ontstaan, bijvoorbeeld een bandhaak, een lattentrekker en een teenmes. Griendwerkers kiezen een eigen model, helemaal naar wens. En ze slijpen hun mes zelf. Ambachtelijk.

 

Knooptechniek

Als de griendwerker het bos heeft gekapt, worden de takken opgeknoopt. Vroeger met bindteen (dunne wilgentenen) en tegenwoordig met touw. Het kweken en lussen van bindteen was erg arbeidsintensief en vroeg om een speciale knooptechniek. Deze techniek wordt nog beheerst door enkele specialisten van Van Aalsburg B.V. De opgeknoopte bossen rijshout worden gesjouwd naar een plek die toegankelijk is voor groter materieel. Daar worden ze met dikker touw gebundeld en naar de opslag vervoerd.

Kwekerij - Tekst

De oude grienden

Grienden zijn plaatsen waar veel knotwilgen groeien. Dat kunnen (voormalige) akkers zijn of natuurlijk ontstane grienden, zoals in de Biesbosch en Rhoon. In ons land worden grienden al eeuwen aangeplant en geëxploiteerd. Die oude grienden worden nog op dezelfde manier als vroeger onderhouden – zij het nu incidenteel met subsidies.

Klik hier voor een video over onderhoudswerkzaamheden en lees hierover meer op: www.carnissegrienden.nl

Wilgen in de landbouw

Veel laaggelegen polderland, vooral langs de rivieren, was vroeger te drassig voor de landbouw en daarom voor boeren zo goed als waardeloos. Ondernemende boeren kozen daarom voor het kweken van wilgen. De goede wilgentakken waren bestemd voor manden, fuiken, meubels, bonenstaken, bezem- en schopstelen en beschoeiingen. De restanten werden gebruikt in de waterbouw.

Zo werd de wilg een belangrijk onderdeel van de landbouw. In enkele musea – zoals het Biesbosch museum – zijn deze wilgenproducten nog te zien. Kort na 1960 zijn veel toepassingen van wilgen vervangen door kunststof. Daardoor raakten veel oude grienden in verval. De afzetmarkt implodeerde en de houtkapwereld deed dat ook.

Onderhoud en beheer

Toch zijn verscheidene oude grienden in onderhoud gehouden. Die werden belangrijk voor toerisme, cultuur- en natuurbehoud. Ze worden nu hoofdzakelijk beheerd door Staatsbosbeheer, Groenservice Zuid-Holland of Landschapsbeheer Nederland. Van Aalsburg heeft met deze partijen onderhoudscontracten voor ruim 100 hectare traditionele grienden. We beheren ook nieuwe grienden, die machinaal worden geplant en geoogst.

Van Aalsburg heeft alle expertise en materieel om cultuurtechnisch onderhoud uit te voeren. Vooral in getijdengebieden. We hebben vaartuigen om vrijgekomen materialen te kunnen afvoeren over water. We kunnen ook over land afvoeren met rupsvoertuigen met eigen laad- en losinrichting. Die voertuigen hebben een laag eigen gewicht en zijn compact uitgevoerd. Ze zijn daarom erg geschikt om te manoeuvreren over smalle paden en een moerasachtige ondergrond.

We kunnen deskundig en verantwoord zorgen voor:

  • hakken en zagen van de knotwilgen in de grienden;
  • greppelen en uitbaggeren van greppels
  • maaien van vegetatie op paden en in grienden
  • bijstekken van knotwilgen
  • maaien van riet
  • aanbrengen van verhardingen (kleischelpen) op wandelroutes
  • aanplant van nieuwe grienden.
Kwekerij - Tekst

De wondere wereld van de knotwilg

De wereld van de knotwilg is een wonderlijke wereld. Knotwilgen zijn een lust voor het oog. Een wondertje. Kunstenaars bestuderen die wereld en geven vorm aan hun ontdekkingen. Op veel oude tekeningen en schilderijen is de wilg te bewonderen. Rembrandt etste Hieronymus bij de knotwilg, en Van Gogh legde het accent op de driehoekige knot. Geen kunstenaar hing de harp aan de wilgen. Heel bijzonder.

Een duimdikke wilgenstek van 250 cm. wordt in de grond gepoot en na 3 jaar gekapt op de gewenste hoogte. Weer 3 jaar later wordt opnieuw gekapt, nu veel meer takken. Dit kappen behoort schuin en steeds een stukje hoger te gebeuren. Het proces herhaalt zich om de 2 tot 4 jaar en de knotwilg wordt in de loop der jaren steeds hoger en dikker. Tientallen jaren lang, keer op keer, kap na kap.

De bomen zijn belangrijk voor planten en dieren. Dat blijkt, als je een oude knotboom van dichtbij bekijkt. Veel holtes, warrige takken, onbereikbare plekjes en ruwe schors. Veel mossen en varens, die zich op de boom goed thuisvoelen. Een paradijs voor allerlei diersoorten. De holtes zijn in gebruik als nestgelegenheid en slaapplaats. Vogels vinden er hun voedsel en broeden er hun eieren uit. Vleermuizen slapen er. Spinnen, pissebedden en duizendpoten floreren onder de schorsen. In de kruin groeien mossen en varens.

De trouwe boom wordt uiteindelijk zo hoog en zo oud en zo rot en zo levensmoe dat hij maar omvalt. Misschien wel tijdens een storm. Dan wordt de oude knotwilg vervangen door een nieuwe wilgenstek en begint het proces opnieuw. Eeuw na eeuw.

De nieuwe grienden

Oude grienden zijn arbeidsintensief, terwijl de kwaliteit niet opperbest is. Daarom heeft Van Aalsburg B.V. een nieuwe wereld van nieuwe grienden geschapen. Nu al 1.700.000 m² ofwel 170 hectare groot. Het accent ligt op soorten als ‘Raamberg’ en ‘Katwilg’.

Aanleg en onderhoud

De nieuwe grienden liggen binnendijks op goede en niet zanderige landbouwgrond. Daar wassen de wilgen voorspoedig op. De grienden zijn aangelegd met zelf ontwikkelde machines, die het werken veraangenamen. Niet minder dan zes rijen gaan tegelijk de grond in. Hoogte, afstand en rijsnelheid zijn computergestuurd.

In de winter worden de stekken gekapt en in kleinere stekken gezaagd. Die worden in het voorjaar weer keurig op rijen geplant en zijn na 2 jaar geschikt om te oogsten. Van Aalsburg ontwikkelde machines om heel efficiënt te planten en oogsten. De kleine knotwilgjes worden na ongeveer 8 oogsten gerooid en de griend opnieuw ingeplant.

De nieuwe wilgen ontkomen helaas niet aan ziekten en insecten. Die werden vroeger bestreden met bespuiten vanuit een vliegtuig, maar dat is nu verleden tijd. Van Aalsburg ontwikkelde een installatie, die over het griendhout heen kan spuiten, tot een hoogte van 6 meter. Natuurvriendelijker en nauwkeuriger. En goedkoper.

Kwekerij - Tekst

Oogsten

Het oogsten start in het begin van de herfst. Ervaren medewerkers zijn intern opgeleid om dit kwaliteitshout te sorteren en te kappen. De ent- of vlechtlatten worden per 20 à 25 stuks gebundeld, vervoerd en verwerkt.

De entlatten worden gezaagd of geknipt op de hoogte die boomkwekers wensen. Op deze onderstammen worden boompjes geënt en gekweekt ten behoeve van sierteelt. Vlechtlatten worden onverzaagd geleverd in alle gewenste maten en soorten. Van Aalsburg B.V. kan met deze latten mooie en praktische schuttingen vlechten. Liefhebbers kunnen ook zelf aan de slag.

Het restproduct wordt afgemaaid met de zelfgebouwde oogstmachine, die kan worden omgebouwd tot plantmachine. En dan weer tot oogstmachine. Die combimachine knoopt elke 11 seconden een bos rijshout. Totaal 300 bossen per uur en 2.400 bossen per dag. En dat met slechts 2 medewerkers. Terwijl 24 mannen dat vroeger handmatig deden. Zo is er altijd genoeg materiaal voor beschoeiingen en zinkstukken.

Meer informatie